Sue the Night schittert vol overgave vanaf de eerste noot

Sue the Night schittert vol overgave vanaf de eerste noot

Voor een band wiens debuutalbum ‘Mosaic’ nog geen drie maanden geleden gepresenteerd werd, gaat het hard. Sue the night, het gezelschap rond singer-songwriter Suus de Groot, bevindt zich in een wervelwind van media-aandacht en bestormt de komende maanden vele podia van clubs en festivals. Zo ook op zaterdag 7 maart.

De rij van zo’n vijftien meter voor de deur van Rotown bevestigt de hype. Veel nieuwsgierige twintigers en dertigers, die de nieuwe Nederlandse indiepopsensatie gezien hebben bij DWDD of hun 3FM-Megahit kennen. Flink wat mensen zijn meegesleept door een vriend of vriendin en vragen zich hardop af wat ze vanavond kunnen verwachten.

Als de deuren bijna een half uur te laat openen, zit er voor support act Half Way Station niks anders op dan de speeltijd in te korten tot vier nummers. Vier nogal lange nummers, dat wel, wat hen nauwelijks de kans biedt om variatie te laten horen. Hoewel vooral zangeres Elma Plaisier zich helemaal geeft en het de Rotterdammers niet ontbreekt aan talent en inzet, overtuigen ze niet. Het geluid is slecht afgesteld, waardoor de hypnotiserende klanken iets teveel een brij worden. Van het in 2012 verschenen album ‘Moonshine’ spelen ze slechts één nummer. Dat is jammer, want hierdoor krijgen we niks te horen van hun kenmerkende stijl, die doet denken aan de soundtracks van Carnivàle en Twin Peaks – lome, donkere, met blues besmeurde gitaarmuziek. Half Way Station verdient een herkansing.

Wanneer Sue The Night eenmaal op het podium staat, blijkt meteen waarom 3FM de band tot Serious Talent gebombardeerd heeft. Zuiver vanaf de eerste noot, vol overgave vanaf het eerste refrein, alsof ze al volledig warmgedraaid zijn. Iedereen in het zwart, Suus in zwart met goud – vanavond geen hipster-shabby maar glitter-chique. Wie alleen voor de singles ‘Top of mind’ en ‘The whale’ is gekomen wordt misschien verrast door de hoeveelheid ingetogen nummers, maar live klinkt alles steviger dan op de plaat en de energie spat er vanaf. Drummer Tobias Ponsioen is een stuwende kracht met zijn afwisselende ritmes vol dynamiek, maar ook viool en toetsenpartijen zijn niet te onderschatten. De band klinkt zowel slepend als opzwepend, intiem en groots. Wereldmuziek schemert subtiel door in nummers als ‘She’, ‘Look forward’ en ‘The great bear’, met respectievelijk arabische zang- en vioollijnen, of Afrikaans aandoende koortjes. Invloeden uit de jaren zeventig en tachtig zijn er onmiskenbaar, maar toch blijft het een eigen geluid; geen jatwerk, geen meeliften op trends.

Bij een debuterende band is de setlist geen grote verrassing, want alles van ‘Mosaic’ komt voorbij. Een mooie aanvulling daarop is de Santigold-cover ‘Disparate youth’, die spannender klinkt dan het origineel. Degenen die de groep al eerder hebben gezien, blijven wachten op het sympathieke Suus-lachje om het feestje compleet te maken. Maar de late start van het concert maakt wellicht dat er vandaag minder tijd genomen wordt voor praatjes met het publiek. Een publiek dat overigens redelijk enthousiast is, zeker wanneer halverwege de set het uptempo ‘The whale’ wordt ingezet. Melodisch één van de minst interessante liedjes, maar zo aanstekelijk gebracht dat je gewoonweg niet stil kunt blijven staan. Maar het toppunt van euforie is toch wel multi-instrumentalist Matthijs Barnhoorn, die de hele tijd met zó’n blij gezicht de zaal in kijkt dat het eigenlijk gewoon schattig is. En als er dan, na de toegift, nóg een keer gespeeld wordt bij de merchandise, wordt hun bezieling nog eens extra op de toehoorders overgebracht.

We weten allemaal hoe overdreven de media sommige artiesten ophemelen. Dus is al die aandacht voor Sue the night wel terecht? Met de consistente kwaliteit van hun muziek en de positieve energie die er om hen heen hangt, bewijzen ze in elk geval geen hype nodig te hebben.